Het OMT in de storm 1: de adviseur die de leiding moest nemen

In de Volkskrant van 23 januari staat een uitgebreid artikel over de geschiedenis van het Outbreak Management Team, het OMT, dat als belangrijkadviesorgaan van de overheid diende en dient bij bestrijding van de corona pandemie. Willem Feenstra geeft een overzichtelijk en uitgebreid verslag daarvan, gebruik makend van verhalen die vijf OMT leden hem vertelden.  https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2021/een-jaar-in-het-voetspoor-van-vijf-omt-leden-over-politieke-druk-bedreigingen-en-onderlinge-spanning~v420752/

Ik houd mezelf veel met besluitvorming bezig en de machtsspelen die daar onverbrekelijk mee verbonden zijn. De verhalen over het OMT geven allerlei mogelijkheden om de complexe besluitvormingsprocessen en de spanningen daarbinnen nader te bekijken. Ik wil daar graag een aantal blogs over schrijven. Deze is het eerste. De gearceerde teksten zijn citaten uit het artikel, de rest bestaat uit mijn commentaar.

 De organisatie van de besluitvorming

In maart 2020 breekt de coronacrisis in eens door. Rutte en zijn kabinet moeten razendsnel besluiten nemen, maar zonder ideeën of deskundigheid om dit aan te pakken. Ze richten zich daarom volledig op de inbreng van de belangrijkste medische deskundigen op het gebied van corona, het OMT.

Officieel is de rolverdeling in deze crisis als volgt: het OMT adviseert welke maatregelen kunnen worden genomen om het virus terug te dringen. Dat advies gaat eerst naar bestuurders en topambtenaren in het ‘bestuurlijk afstemmingsoverleg’ (BAO), die bekijken of de adviezen praktisch uitvoerbaar zijn. Daarna besluiten politici welke maatregelen worden genomen.

Die volgorde is belangrijk: het voorkomt dat wetenschappers over het politieke beleid gaan en dat politici selectief kunnen shoppen in wetenschappelijk advies.

 Criteria voor de kwaliteit van besluitvorming

Voor het beoordelen van de besluitvorming rond het coronabeleid gebruik ik twee criteria, besluitkracht en proceskwaliteit.

  • Een besluitvormingsproces en een besluit hebben meer inhoudskwaliteit, naarmate de voor een besluit relevante kennis en belangen meer en beter hebben kunnen meespreken.
  • Een besluitvormingsproces heeft meer besluitkracht, naarmate besluiten meer tijdig zijn genomen en ook volgens plan worden uitgevoerd.

 Het doorslaggevende belang van besluitkracht

Bezien we de eerste periode vanaf maart, dan is het duidelijk, dat er razendsnel besluiten moesten worden genomen. Elke vertraging zou het aantal mensen op de IC vergroten en meer doden kosten. Het is heel begrijpelijk, dat het kabinet zich allereerst door besluitkracht liet leiden.

Minder inhoudskwaliteit door een eenzijdige selectie van deskundigen

Voor relevante besluiten voor het opvangen van de pandemie was uiteraard medische kennis over het virus en zijn verspreiding en het stoppen ervan heel erg relevant. De maatregelen die uit die deskundigheid voortkwamen hadden tegelijk een groot effect op de economie, op de kwaliteit van het onderwijs, op het functioneren van gezinnen, op de psychische welzijn van allerlei mensen en groepen. In het OMT zaten alleen specialisten op medisch gebied. Zij kwamen met voorstellen, die wel waren aangepast op uitvoerbaarheid door deskundige ambtenaren. Inbreng vanuit andere wetenschappelijke disciplines, zoals economie werd niet gegeven.  

Minder inhoudskwaliteit door het geven van één advies

Een besluit heeft meer inhoudskwaliteit naarmate meer van de voor een keuze relevante alternatieven ook meer hebben kunnen ‘meespreken’. Ook al kiezen beslissers er dan één van, ze hebben door te vergelijken met andere mogelijkheden een doordachte keuze kunnen maken.

Het besluitvormingsproces met het OMT leverde geen alternatieven op waar Rutte en zijn ministers uit konden kiezen. Ze kregen één advies van het OMT, dat nader was bijgesteld op zijn haalbaarheid. Als er alternatieven werden vergeleken dan gebeurde dat binnen het OMT. Het was het OMT dat daaruit de keuze maakte. Rutte en zijn kabinet konden die advies accepteren of verwerpen. Verwerpen betekende dan wel niets kunnen doen. Een onmogelijke optie.

Een begrijpelijke keuze voor besluitkracht

De coronacrisis die ons in maart overviel eiste een daadkracht van de regering die ze zelf niet kon opbrengen. Ze moest keuzes maken zonder beeld van wat dat inhield. Er zat niets anders op dan zich te verlaten op de adviezen van zeer gespecialiseerde deskundigen, op virologisch en medisch gebied. Andere deskundigheden konden niet worden gebruikt. Het met de juiste deskundigheid bemande OMT werd alleen-adviseur.

De eerste golf nam af, er kwam wat meer tijd, en de niet medische problemen gingen zich opdringen. Uit het artikel en ook uit het nieuws heb ik de indruk dat de besluitvormingsstructuur die zich had ontwikkeld in stand bleef. Wat waren daarvan de consequenties. En had het ook anders gekund? In de volgende blogs ga ik daar graag op in.

Categorie :